Door steeds toenemende concurrentie staan prijzen nagenoeg vast en is kostenbeheersing van groot belang. Ook bij het transport valt ‘winst’ te halen. Niet zozeer door een goedkopere vervoerder te vinden, maar vooral ook door transportschade te voorkomen, of in ieder geval te voorkomen dat die schade voor rekening komt van de verlader.
Aansprakelijkheid
Er heerst een algemeen misverstand, dat een vervoerder die goederen van een verlader in ontvangst neemt opdraait voor de gehele schade wanneer de goederen beschadigd, te laat of helemaal niet op de plaats van bestemming aankomen. In feite is dit echter niet zo. Met betrekking tot het goederenvervoer zijn veel rechtsregels geformuleerd, die op iedere vervoersovereenkomst van toepassing zijn en waarin de aansprakelijkheid van de vervoerder tot in details is geregeld en tot een maximum beperkt. Zo gelden voor binnenlands vervoer de Algemene Vervoerscondities (AVC) en het Burgerlijk Wetboek en voor vervoer op nagenoeg alle andere Europese landen het CMR-verdrag. Daarin gelden voor vermissing en beschadiging aansprakelijkheidsmaxima van €3,40 p/kg voor binnenlands vervoer en SDR8,33 (ca. €10,-) p/kg voor grensoverschrijdend vervoer. Overigens kan ook voor binnenlands vervoer worden overeengekomen dat het CMR-verdrag van toepassing zal zijn. Hierdoor wordt ook de aansprakelijkheid voor binnenlands vervoer opgetrokken tot € 10,- p/kg. Is de schade echter het gevolg van te laat afleveren, dan kan de verlader de vervoerder slechts aanspreken tot maximaal de voor het vervoer betaalde vrachtpenningen.
De vrachtbrief
Het bewijs dat de schade tijdens het vervoer is ontstaan wordt geleverd aan de hand van de vrachtbrief. De vervoerder tekent voor goede ontvangst van de op de vrachtbrief bepaalde aantallen en uiterlijke staat. De geadresseerde tekent op zijn beurt weer voor goede ontvangst uit handen van de vervoerder. Wanneer een vrachtbrief klakkeloos voor ontvangst wordt getekend, zonder voorbehoud (b.v. dat de verpakking gescheurd is of de temperatuur te hoog), gaat de mogelijkheid tot verhaal verloren. Een vervoerder namelijk, die zonder voorbehoud voor ontvangst tekent neemt de verantwoordelijkheid over van de verlader; de geadresseerde die zonder voorbehoud tekent neemt de verantwoordelijkheid over van de vervoerder.
Op de vrachtbrief zijn bovendien ook bijzondere afspraken in verband met het vervoer aan te geven zoals vastlegging van het tijdstip waarop de vervoerder op een bepaalde plaats moet zijn, b.v. bij de klant of bij de boot naar Engeland, de temperatuur waaronder de goederen vervoerd moeten worden, en niet te vergeten de vraag wie verantwoordelijk is voor lading en lossing.
De functies van de vrachtbrief zijn als volgt samen te vatten: ontvangstbewijs, informatiedrager (hij geeft aan waar de zending precies uit bestaat en in welke toestand de goederen zich zouden moeten bevinden) en bewijsstuk betreffende de door verlader en vervoerder gemaakte afspraken.
De vrachtbrief is dus een ideaal document voor alle bij het vervoer betrokken partijen. Wanneer deze goed wordt ingevuld en de vermelde informatie steeds goed wordt gecontroleerd weten zowel verlader, vervoerder en geadresseerde precies waar ze aan toe zijn. In de praktijk zijn er echter wat zwakke plekken. Zo gebeurt het regelmatig dat de verlader het invullen van de vrachtbrief overlaat aan de vervoerder, zonder te controleren of de bijzondere afspraken eveneens op het document terechtkomen. Daarnaast realiseert ook een geadresseerde zich meestal niet wat de vrachtbrief precies inhoudt en hoe hij ermee om moet gaan. Hij tekent een vrachtbrief dan ook vaak klakkeloos. Als hij al iets controleert is het slechts het aantal colli, en niet de toestand van de afgeleverde goederen.
Ondanks dat met ondertekening van de vrachtbrief door de geadresseerde het risico van beschadiging en vermissing op hem overgaat, neemt de verlader bij een klacht van de geadresseerde meestal de schade voor zijn rekening. Hij wil immers geen klant verliezen. Voor eventueel verhaal op de vervoerder is de verlader vervolgens veelal afhankelijk van de goede wil van de vervoerder, omdat deze slechts de ‘keiharde’ claims door zijn verzekeraar krijgt vergoed.
Met zorgvuldig invullen door de verlader en zorgvuldig controleren door de geadresseerde kan een conflict ten gevolge van eventuele vermissing en/of schade veelal worden vermeden en blijft de relatie met de vervoerder in het algemeen ook prettiger.
Hoewel het invullen van de vrachtbrief door veel verladers wordt gezien als een overbodige papierwinkel en kostenpost, betekent een beetje meer aandacht voor dit document en goede instructie van de geadresseerden hoe met een vrachtbrief om te gaan over het algemeen een flinke reductie van de schade, die anders, wegens gebrek aan bewijs en uit coulance jegens de klant, bij de verlader blijft.