Per 16 maart 2013 verandert de wet ten aanzien van het betalen van facturen tussen ondernemers. Bedoeling van deze wetswijziging is dat bedrijven in staat zullen zijn betalingsachterstanden in te perken en aldus hun liquiditeitspositie op te krikken.
Als er geen betalingstermijn is afgesproken, geldt voortaan dat de factuur binnen 30 dagen na ontvangst betaald moeten worden. Wordt hier niet aan voldaan, dan is de debiteur over het openstaande bedrag wettelijke handelsrente (momenteel 7,75% per jaar).
Partijen behouden nog wel de vrijheid om een kortere of langere betalingstermijn over een te komen, of zelfs vooruitbetaling, maar de betalingstermijn mag niet onredelijk zijn. Enerzijds mag hij niet extreem kort zijn, terwijl anderzijds een termijn van 60 dagen als maximum wordt gezien. Als partijen toch een langere termijn dan 60 dagen willen afspreken, mag dat alleen als:
- er goede redenen zijn om een langere termijn aan te houden;
- de termijn uitdrukkelijk wordt overeengekomen en
- de termijn niet kennelijk onbillijk is tegenover de schuldeiser.
Aldus wordt voorkomen dat eenzijdig een langere betalingstermijn dan 60 dagen wordt opgelegd zonder dat daarvoor goede redenen zijn en zonder dat de andere partij het daarmee eens is. Gevolg hiervan is ook, dat het dus niet meer mogelijk is om in algemene voorwaarden een langere termijn dan 60 dagen op te nemen.
Ook betalingen tussen overheden en bedrijven moeten binnen 30- dagen na de factuurdatum worden betaald. Afwijken van deze termijn is (vrijwel) niet mogelijk.
Betaalt de klant de factuur niet of te laat? Dan is hij naast de wettelijke handelsrente ook incassokosten verschuldigd. Ook hiervoor hoeft hij niet eerst in gebreke gesteld te worden. Als over de hoogte van de incassovergoeding niets is afgesproken is die vergoeding standaard een percentage van de rekening, met een minimum van 40 euro.